Na 3 dagen Beijing was het toch echt tijd om op de fiets te klimmen.
De eerste etappe was een makkie! Vanuit Beijing was het รฉรฉn lange afdaling naar de bergen. Wederom werd duidelijk hoe groot Beijing is. We hebben ruim 3 uur langs nieuwbouw complexen, fietsengraven (overal vind je ‘dode’ ov fietsen), prachtige parken en vervallen huizen gefietst.
Daarna ging het steil onhoog de bergen in. Bussen, volgeladen met toeristen passeerden ons op haarspeld wegen richting de Chinese muur. Poepie druk was het daar. Hordes bussen, bezoekers en autos verdrongen zich om de muur te beklimmen.
Al zigzaggend door fotografen, die met gevaar voor eigen leven op de meest onhandige plek een kiekje maakten, reden we onder de muur door. We hebben overwogen af te stappen, maar we dachten ‘die muur komen we nog wel tegen, met minder toeristen’.
In Badaling aangekomen bleek ons hotel reeds volgeboekt met een gezellige familie. Geen plek in de herberg voor ons. Na wat hectisch heen en weer gebel werden we ‘geรผpgraded’ naar een ander hotel. Hier hebben we heerlijke kippensoep gegeten. Zie je zijn pootje drijven?
Na dit vriendelijke en sjieke hotel (met super harde bedden!) vervolgen we onze reis naar Dapuzhen. Een route die ons langs prachtige landschappen bracht. We bleven maar klimmen langs geel-bruine bergen.
We passeren lieflijke dorpjes waar mensen hun eigen snelheidsbegrenzende wegversmallingen aanleggen met modder en grote stenen. Opletten dus! Helaas is het me niet echt gelukt hier foto’s te maken. De GoPro deed raar en we waren gewoon te moe om stil te staan.
Ons hotel bevond zich op 70 km van onze start. Eenmaal aangekomen bleek het niet te bestaan. De huis eigenaresse suggereerde dat we ’50 Flower Buttons’ verderop een hotel konden vinden. 40 km later troffen we dan eindelijk ons (harde) bed.
We verbleven bij twee hartelijke weghotel eigenaren. Dat het een sjabbie motel was, is een understatement. We sliepen in een donkere kast, op een ongewassen spiderman dekbed. We poepten in een groot gat in de grond en de douche…langs het kolenhok buitenom linksaf… Tja.. we betaalden ook maar 20ยฅ (3โฌ) pp.
In de vroege ochtend zijn we snel vertrokken. De route was minder aangenaam dan de vorige. Grote vrachtwagens reden af en aan en er werd zelfs een hondje overreden (echt heeeeel zielig). Tijd voor ontbijt hebben we niet genomen, dus toen we het eerst volgende dorpje binnenreden voelden we het wel.
Alles is dicht behalve een buitenkookplaats. Nadat de vierde restauranteigenaar ons daarheen verwijst (ze loopt zelfs mee om onze bestelling door te geven) nemen we plaats.
‘Nooit eten op straat’ werd ons bij vertrek gezegd, maar het was echt superlekker. รn bovenal heel gezellig. We ontmoeten Bohan, 12 jaar oud en hij spreekt zelfs een beetje Engels. Hij noemt mij steeds uncle en heeft hele gesprekken met Jeroen via google translate. Als we samen met hem op de foto gaan rent hij naar zijn ouders, buren en kennissen om de foto te laten zien.
We rijden verder. Na een paar uur uitlaatgassen inademen berijken we Yuxian. De stad wordt ook wel de Rabbit Run City genoemd. Dit heeft te maken met de vorm van de stad. Normaal gesproken zijn steden gebouwd als een vierkant. Echter, deze stad kent, net als Europese steden, gekke kronkels en een slingerende buitenmuur.
Volgens de mythe wist de stadsarchitect niet hoe hij moest beginnen. Totdat hij een konijn zag. Het konijn zat lekker te eten en hopt wat voort. Het leek te zeggen: ‘volg mij maar’. Dat heeft de architect gedaan en zodoende loopt de stad een beetje anders dan andere steden (aldus de overleveringen).
We lunchen in een keten-restaurant. Voor ons de eerste keer, dus ik kies gewoon iets van de kaart. Blijkt dat ik een pan noodles heb besteld voor 4 personen. Hilariteit alom. Zeker omdat wij ons geen raad weten met de ellenlange slierten. Nadat we om hulp hebben gevraagd bij onze achterburen gaan alle remmen los. Het lijkt of het hele restaurant met ons op de foto wil. We komen bijna niet toe aan onze pan met noodles, maar weten hem toch voor drie kwart te legen.
Vol en verrast eindigt onze reis in Nuanquanzhen. Hier komen in de lente, zomer en met nationale feestdagen duizenden mensen naar toe. Dat is nu niet het geval. Het eeuwenoude kasteel, dat het centrum vormt, is uitgestorven. Winkels zijn dicht en er is niemand op straat. Wij vinden een waanzinnig hotel in een hutong en verblijven hier 2 nachten.
Mocht je ooit deze kant op komen. Nuanquanzhen is een prachtige plek om te verblijven. Ga vooral langs bij Zhao Nannon. Ze woont in een zelfgebouwde woning in het oude district. Hier kun je lekker (dure) koffie drinken en ze vertelt je graag over de omgeving. Helaas waren alle prachtige plekken ten oosten van Nuanquanzhen. Aangezien we niet terug wilde reizen hebben we die gelaten voor een ander(e) bezoek(er).
klik hier voor alle foto’s
https://jeroenmenno.com/portfolio/from-beijing-to-nuanquanzhen/
Leave a Reply