‘You need card’
‘What kind of card?’
De loketmedewerkster kijkt ons vragend aan. We proberen te begrijpen wat ze in het Turks zegt. Maar geven op.
‘Dan maar geen kaarten voor Trabzonspor – Genclerbirligi’ zegt Jeroen beteuterd.
‘Kan ik misschien helpen?’ zegt een meneer in vloeiend Nederlands. Metin helpt ons om een lidmaatschapskaart te bemachtigen. Nu kunnen we tóch naar de wedstrijd!
We verbazen ons niet meer over het gemak waarop we Nederlands kunnen praten in Turkije. Veel Turkse Nederlanders zijn hier op vakantie. Dit geldt ook voor Duitse Turken. Geen gestuntel meer in Engels of Google Turks. Lekker reizen in je moerstaal.
De hotel manager brengt ons naar het stadion. Een taxi chauffeur zou onder de indruk zijn van onze bestuurder. Tugay drukt zijn auto, zonder gêne tussen voorgesorteerd verkeer. Ook navigeert hij zonder moeite door kronkelende straatjes waar voetgangers zich nét op tijd uit de voeten maken.
We parkeren (net als iedereen) op de snelweg. Vanaf hier is het een paar minuten lopen naar het stadion. Eenmaal bij het stadion laat hij ons achter bij de poort. Na de wedstrijd zullen we hem daar treffen.
We begeven ons door de controles. Hier laten we onze lidmaatschapskaart scannen. We weten nu pas op welke stoel we zitten. Echter, in ons vak zijn onze plekken bezet. We vragen om hulp, maar komen er weer niet uit. Alsof de duvel ermee gemoeid is, treffen we Metin weer. Hij zit in het vak naast ons en staat al op de uitkijk of hij ons kan zien.
Metin helpt ons aan een nieuw plekje in ons vak. Nu kan de wedstrijd beginnen!
Ik vind het allemaal errug imposant. Het harde gejoel en gefluit van de harde kern is intimiderend. Gelukkig wordt er snel gescoord door Trabzon. Het stadion barst uit zijn voegen.
Terwijl we onze Ayran en Limonade drinken, eindigt de eerste helft met 1-1.
Tijd voor een kopje thee! Ik vind het lollig dat er thee wordt gedronken tijdens een wedstrijd. Ik associeer voetbal toch meer met bier.
Als we omhoog lopen voor een bakkie, worden we geroepen de Metin. Hij heeft betere plekken in het middenvak met luxe stoelen voor ons geregeld. We mogen via het veld(!) naar het andere vak.
Het is allemaal reuze feestelijk als er 2-1 wordt gescoord. Maar 10 minuten voor tijd slaat de sfeer om. Het wordt gelijk spel. De supporters zijn opeens veel minder supportent. Er wordt gescholden en verontwaardigd gebaard. Gezellig hoor.
De beveiliging, die tot voor kort op ongemakkelijke stoeltjes zat, is gaan staan. Ik vind het een stuk minder leuk dan voor het gelijkspel. De rest van het stadion vindt dat duidelijk ook.
Als de wedstrijd wordt afgefloten slenteren de inwoners van Trabzon naar buiten. Hier is het één grote chaos. Auto’s, wandelaars en bussen rijden kriskras door elkaar heen. Ik ben blij dat we een bestuurder hebben, want hier heeft Cennet (mijn rij-instructrice) me niet op voorbereid.
Tugay zet ons af bij het hotel. We drinken nog een ‘nederlaag’-vodka en duiken ons bed in. Morgen stappen wij weer op de fiets. Thijs snurkt nog even door. Die vliegt om 12:00 uur terug naar Nederland.
We gaan je missen Thijssie. Al is het wel fijn dat we nu op eigen tempo de berg op klimmen 😉 Als je achter deze berggeit aanmoet sterf je halverwege aan een hartinfarct. Die Thijs is zo snel!
Gelukkig is het weinig klimmen de volgende dag. We fietsen 140km langs prachtige baaien met zwarte stranden. De zee slaat stuk op indrukwekkende rotformaties en we fietsen tussen hoge bergen naar Giresun
Als we bij een benzinestation de route checken ontmoeten we Sabri. Sabri studeert politicologie aan de universiteit. In de stromende regen brengt hij ons naar het hotel. Super lief!
Na een warme douche treffen we hem in de lobby. Zijn moeder heeft pannenkoeken met kaasvulling voor ons gebakken en onderweg hebben we zijn vader, de brandweerman, ontmoet. Die heeft nog getracht Jeroens trapas te repareren.
Sabri neemt ons mee naar een supermooi café. Hier drinken we vruchtensap en thee. Sabri wil net zo’n reis maken als ons en is al druk aan het sparen. Wie weet komt ie over een jaar of twee wel naar Nederland fietsen!
Jeroens trapas wordt de volgende dag gemaakt door niemand minder dan Hamdullah Ayar. Naar eigen zeggen een een beroemd wielrenner. De praatgrage 66 jarige beroemdheid smeert de fietsen en smeert me nieuwe remblokjes aan.
We vertrekken om 12:00. Onderweg vind-ik veel Findik kraampjes. Hier verkopen ze hazelnoten. Deze liggen overal langs de weg op grote zeilen te drogen. Men is van goed vertrouwen want vaak liggen de duizenden noten (schijnbaar) onbeheerd op de stoep.
Hazelnoten kun je werkelijk overal krijgen. Het toppunt is een winkeltje in Fatsa. De hele winkel ligt vol met een twee meter hoge stapel noten. Vind-ik best indrukwekkend.
Onder aanmoediging van vele luidruchtige minaretten klimmen we de volgende dag de bergen in. We nemen een avontuurlijke pas door lange tunnels.
In Turkije is er goed rekening gehouden met alle vormen van verkeer. In de ruime tunnels is er een speciaal voet-fiets-kijk-uit-voor-je-leven pad gemaakt. Als fietser maken we daar dankbaar gebruik van. Het betreft een stenen richeltje langs de nauwe snelweg. De richel bestaat uit losse betonnen tegels en is 50 cm breed.
Het is een reuze spannend avontuur. We slingeren langs grote reflectoren en schokkend uitstekende electriciteitskasten. Het Indiana-Jones-Avontuurgevoel wordt versterkt als de tegels onder mijn banden wegglijden. Als Harrison Ford sprint ik de tunnel door terwijl achter me de grond instort. (waar is de slowmotion camera als je hem nodig hebt?)
De akoestiek levert een luide bijdrage aan onze 4 km lange overlevingstocht. Het gebrom van vrachtwagens resoneert goed tegen de wanden en galmt nog minuten door. Een aantal chauffeurs versterken de auditieve ervaring met vrolijk getoeter(!).
Zelden was ik zo blij om het licht aan het eind van de tunnel te zien. Eenmaal buiten delen we onze ervaring als een stel uitgelaten festivalgangers. We lijken wel twee groupies die vooraan bij het hoofdpodium hebben gestaan. We zijn zo doof dat tegen elkaar aan het schreeuwen zijn. Het duurt even voordat we weer op fatsoenlijk volume kunnen praten.
Onderweg naar Fatsa slaat mijn ketting soms door. De volgende dag leren we dat mijn tandwiel van mijn achterwiel een beetje op is. Hetzelfde geldt voor mijn ketting. Deze breekt.
Gelukkig treffen we Cem op zijn vouwfiets. Cem brengt ons naar zijn ‘bike master’ 500 meter terug. Deze meester weet mijn ketting te vervangen. Tevens vervangt hij mijn schakelkabel. Die was beschadigd in de Georgische Lada.
Na de snelle service drinken we een bakkie met Cem in zijn kledingwinkel. Bij vertrek krijgen we een volledige fruitmand mee uit zijn tuin. Wat zijn de Turken toch lief!
Met mijn nieuwe ketting racen we naar Samsun. Het is onderhand 13:00 en we moeten voor 19:00 (zonsondergang) aankomen. Flink doortrappen dus.
Gelukkig helpt de wind en het landschap mee. Met een flinke wind in de rug scheuren we over het vlakke landschap naar onze eindbestemming. Om 18:15 uur en met 120km op de teller checken we in en mogen we een daggie ontspannen.
Morgen, beentjes omhoog en chillen met die billen! Ondanks dat we bijna meer tijd bij de fietsenmaker doorbrachten de afgelopen dagen dan op de fiets hebben we Samsun tóch gehaald! Holadieeeee!
Erdinc September 23, 2019
Erg leuk! Wat een mooi toch. Herkenbaar ook…